Daar woonde bestuursvoorzitter Ratan Tata van het Indiase concern de opening
bij van een nieuw gebouw voor werknemers die zich bezig houden met nieuwe
producten.

"Wij willen geen onderdelen van Corus verkopen," zei Tata. "Wij
geloven in een verhaal van groei, niet in het schrappen van banen,"
aldus de topman. Afgelopen juli al liet de centrale ondernemingsraad van
Corus Nederland weten op de korte termijn geen gevaren te zien voor de
werkgelegenheid bij het voormalige Hoogovens door de overname.

Tata lijfde Corus eerder dit jaar in voor een bedrag van ruim 9,1
miljard euro. Hiermee ontstond het op vier na grootste staalbedrijf ter
wereld. Er werken in totaal ongeveer 84.000 mensen bij het fusiebedrijf.

De prijs die Tata voor Corus betaalde, werd opgedreven doordat het
Brits-Nederlandse staalbedrijf in een veiling werd verkocht. De Indiërs
namen het daarbij op tegen het Braziliaanse CSN. Britse autoriteiten hadden
de veiling bevolen omdat het biedingsproces naar hun idee te veel onrust
opleverde.

Achteraf vindt Ratan Tata niet dat er te veel is betaald. "Wij hebben
uiteindelijk meer betaald dan waarmee we begonnen, maar zijn voor onszelf
geen grens overgegaan. Zie het als een huis dat duur is, maar later
waarschijnlijk nog duurder," aldus de topman.

Plannen voor verdere expansie in Nederland zijn er niet voor Tata.
Geruchten dat de Indiërs hun oog hebben laten vallen op de autoproducent
NedCar in Born, ontzenuwde hij. In het Verenigd Koninkrijk liggen de zaken
wat anders. "We hopen een grotere aanwezigheid te krijgen op de Britse
automarkt," zei Tata. Eerder liet Tata al weten de Britse automerken
Jaguar en Land Rover te willen kopen. Maar hoe het daar mee staat, zei Tata
niet.

De wereldwijde staalindustrie is de laatste tijd flink in beweging geweest.
Begin vorig jaar ontstond de grootste staalproducent ter wereld nadat
Mittal Steel de Franse branchegenoot Arcelor kocht. Tata streeft die
schaalgrootte niet per se na, zei Ratan Tata. "Wel willen we een
respectabele speler zijn". In het algemeen voorziet hij wel dat in de
toekomst staalbedrijven vaker de handen ineen zullen slaan.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl